Leerdoelen | Class, Instance, Method, Operation, Object, Attribute, Field. |
---|---|
Vereiste voorkennis | Basiskennis over objecten. |
Challenge Type | Invuloefening, kennis |
Vul de volgende woorden op de juiste plaats in: Class
, Instance
,
Method
, Operation
, Object
, Attribute
.
Let op: een woord kan meerdere malen in de tekst voorkomen, en soms vul je de meervoudsvorm van deze woorden in.
Een programmeur moet van zijn baas binnen een game de ………. “Karakter”
gaan programmeren. “Karakter” is reeds gespecificeerd
door middel
van een kaartje waar alle verantwoordelijkheden op staan.
Ook krijgt hij een class diagram
met een duidelijk overzicht
van de ………., waaronder MoveForward en ValDoodNeer)
en de ………. (zoals bijvoorbeeld AantalLevens, HaarKleur en AantalWapens).
De programmeur neemt het kaartje en opent het bestaande project
in Visual Studio. Daar gaat hij dan de nieuwe ………. in programmeren.
Als eerste programmeert hij Fields
voor AantalLevens en HaarKleur en
vervolgens mapt hij de ………. MoveForward en ValDoorNeer naar C#-………..
Als hij de ………. helemaal heeft geprogrammeerd gaat hij deze testen
door er met de new-operator
een ………. van aan te maken.
Hij roept de ………. MoveForward aan om te testen of het karakter
de goede kant op beweegt.
Ja, het werkt!
Hij maakt nog een ………. van "Karakter" aan om te testen
of het programma
dan nog steeds werkt. Ja!
Met een voldaan gevoel gaat de programmeur aan het eind van de dag naar huis.
Probeer het zélf in te vullen. Controleer daarná je antwoorden in de (of als je er écht niet zelf uit komt, maar dan kun je beter met studenten/docenten gaan praten).